Verschijnt 4 maal per jaar
De Kloetschup is een hulpmiddel, een schopje van de scheper. Dit schopje aan het ondereind van de steel diende om er kloeten (kluiten) mee te werpen. De steel was ongeveer 180 cm lang. De haak bovenaan was bestemd om schapen mee te vangen die in een veenput of waterkuil waren geraakt. De haak werd om de hals van het schaap of om een achterbeen geslagen. Met het schopje werd een kluit aarde geworpen naar afdwalende schapen. Maakte de scheper deze beweging, dan kwam de schepershond in actie om te zien waar de aarde belandde en er dan onmiddellijk blaffend achteraan te vliegen om, met een omtrekkende beweging, de uitbrekers terug te drijven.